Vergadering van die Politieke Raad op 5 Januarie 1723

Dingsdag 5e Januarij 1723, voormiddags.

Alle tegenwoordig.

Den schipper van 't aanweesend retourschip d' Anna Maria in Raade betuijgt hebbende hoe de manschappen op sijnen voorn. bodem bescheijden geduurende haar weesen alhier t' sijnen genoegen waaren voorsien geworden van deugdelijke ververssinge van moescruijden, versch vlees en brood, boven andere benodigtheeden vereijscht werdende tot het in staad brengen van sijn onderhebbende kiel, hij dierhalven van gedagten was dat op den 15e deeser lopende maand bij bequaam wind en weeder in volle gereetheit soude kunnen sijn omme de rheijse onder Godes zeegen naar Europa met volle gerustheijd te kunnen aannemen; welken aangaande gebesoigneerd weesende, goedgevonden en verstaan is dat het voorsz retourschip ten voormelten dage bij mogelijkheit sal werden gemonstert en van hier gedepescheert.

Bij welke occagie door den E. Jan de la Fontaine in consideratie is gegeven geworden hoedanig soude behooren gehandelt te werden met het afgeeven van de origineele corte facturas van 't ingeladene in de retourscheepen Schoonenberg en d' Anna Maria, gemerkt den eerstgen., geprojecteert voor de presidiale Camer Amsterdam, het ongeluk heeft gehad van tegens Caab Angulhas [1] te werden verseijlt, of het dierhalven niet noodsakelijk soude weesen dat de voorm. originele corte facturas wierden ter handen gestelt aan den schipper van 't Zeeuwse retourschip d' Anna Maria en de copia van dien aan de Camer van Amsterdam afgesonden met een der verwagt werdende Mochase scheepen voor die selfde Camer repatrieerende; Soo is naar gehoudene besoigne geresolveerd dat op de voorgestelde wijse met die origineele corte facturas sal werden gehandelt, en dat insgelijx op de gedane voorstellinge van den voorm. E. Jan de la Fontaine, de hier nog resteerende geborgene goederen uijt de verongelukte 's Comps. scheepen, niet waardig sijnde naar Batavia afgesonden te werden, aan de respective administrateurs t' haarer verandwoordingen sullen werden afgegeven, en bij 's Comps negotie boeken naar vereijsch ingenomen.

Den Edelen Her Gouverneur door de gecommitteerdens tot de visitatie van het verongelukte schip Schoonenbergh inhandigt geworde sijnde seekere schriftelijk rapport van haar bevindinge, geliefde het selve op huijden in Raade te produceeren, 't welk gelesen en van d' volgende inhoud bevonden sijnde: [2]

Ingevolge de zeer g'eerde ordre van den Wel Edele Heer Gouverneur, Maurits Pasques de Chavonnes, en E. Agtbren. Politicquen Raad, hebben wij ondergetekendens ons op 25e deeser lopende maand aan boord van 't verseijlde retourschip Schoonenberg, leggende op 't riff van Caab d' Auguilhas, vervoegt, ten eijnde omme nauwkeurige inspectie te nemen hoe 't met dien bodem en de inladingh van deselve mogte gestelt sijn, zoo verklaaren wij naar visitatie bevonden te hebben dat van dien verseijlden bodem niet alleen de agter steeven wel twee voet aan stuurboords zijde in een bogt staat, maar dat boven dien het verwulft benevens 't deck van de cajuijt door de zee ten eenemaal aan stukken is geslagen, zoodanigh dat 't water zo wel van boven als onder in 't schip spoelt, zijnde dat meer is dat schip ook in 't midden van den anderen geborsten, welk een en ander veroorsaakt heeft dat de lading geheel nat en bedurven is geraakt, en tegenwoordig niet het geringste in staad is van geburgen [3] te konnen werden, 't geen wij alle gesamentlijk en ijder in 't bijsonder presenteeren met solemneele eeden te bekragtigen.

(Onderstond) In 't verongelukte 's Comps. schip schonenberg, den 25e December 1722. (Was getekent) Cs. Valk, Albertus van Soest, Jns. Pleunis, J. J. v. d. Schilde, Pr. Corver, Dirk Prest, Jurijan Eijser, Gijsbert Tijse van Leveveur.

Voegde Sijn Edele daar bij dat gelijk het nu volslagen consteerde dat nog van het schip nog van de gantsche inladinge van dien iets goeds of deugtsaams te bergen was, dierhalven het noodsakelijk was aandagtiglijk te overweegen hoedanig met die ongelukkige kiel sal moeten werden gehandelt, en gelijk sulx wel meest van de zeevaard scheen dependent te sijn, soo hadde Sijn Edele daaromme best gedagt voor deese Vergaderinge te doen komen den schipper en equipagiemeester, Cornelis Valk, benevens de mede schippers Albert van Soest, Cornelis Fret en Hendrik de Vries, omme dus haarlieder advis gehoord hebbende, met meerder fondament positivelijk te kunnen disponeren; dewelke dienvolgens in vergaderinge zijn verschenen en eenpariglijk betuijgt hebben van gedagten te weesen dat het volslagen noodsakelijk is dat die kiel tot voorkomige van meerdere ongelukken omtrent 's Comps. passeerende scheepen hoe eer hoe liever behoorde te werden verbrand; over welk een en ander serieuselijk geraadpleegt sijnde, Soo is goedgevonden en geresolveerd dat het selve ten spoedigste mogelijk sal werden verbrand.

Zo als insgelijx op de gedane voorstellinge van den Edelen Heer Gouverneur beslooten is dat sullen werden ingevordert de reeke. van salaris en verschot van sodanige menschen die ten dienste der E. Compe. hebben gefourneert wagens, trekbeesten en anderen levensmiddelen en dranken, soo tot gebruijk op de gedane togten naar 't schip schonenberg als tot onderhout der manschappen sig bij dien bodem opgehouden hebbende; en dat laastelijk aan de kerkenraaden van Stellenbosch en Drakenstijn sal werde[n] aangeschreeven dat wederom deesen jaare geen commissaris politicq uijt deese Vergaderinge konnende werde[n] afgesonden, ter oorsake van de meenigvuldige en dringende occupatien voor een ieder, mitsgrs. den soberen voorraad van paarden tot het doen van die togt, sijlieden daaromme sorg sullen moeten dragen dat hunne kerkelijke reken. ten spoedigste na herwaarts werden opgesonden, ten eijnde deselve aan onse Heren en Meesters volgens ordre te kunnen laten afgaan.


Aldus geresolveerd ende gearresteerd in 't Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz. [4]
M. DE CHAVONNES.
K. J. SLOTSBOO.
JAN DE LA FONTAINE.
JN. ALDERSZ.
A. V. KERVEL.
[5]

 


Notes.

[1] In die Haagse Kopie staan ook "Caab Angulhas".

[2] Sien C.340: Attestatiën, 1722-1723, p. 549.

[3] In sowel die oorspronklike rapport as die Haagse Kopie staan ook "geburgen".

[4] Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113: Klad Notulen, 1721-1725, p. 159.

[5] Van Beaumont het nie hierdie resolusie onderteken nie,

Bron

Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa. Reference code: C. 62, pp. 38-47. http://databases.tanap.net/cgh