Vergadering van die Politieke Raad op 4 Januarie 1724
Dingsdag den 4 Januarij 1724, voormiddags.
Alle present.
...
Door den Heer independent fiscaal, Cornelis van Beaumont, [11] te kennen gegeven zijnde dat den burger Jacobus van der Heijde [12] aan desselfs dogter, Hester van der Heijde, [13] zoude geschreeven hebben dat den geweesene schipper van 't schip schonenberg, Albert van Soest, [14] dewelke zig eenigen tijt op de plaats van gemelte Van der Heijde, gent. Vergeleegen, heeft opgehouden, aldaar niet meer te vinden was, en dat dewijle denselven zig alhier ook nergens meer bevond, dierhalven seer van aufugie konde gesuspecteert worden, waaromtrent met aandagt reflexie gemaakt weesende, best gedagt is den landdrost, Martinus Bergh, [15] bij missive te ordonneeren omme zig bij gemelte Van der Heijde op Vergelegen te vervoegen, omme van denselven naukeurig te verneemen wanneer en op wat manier voorn. Van Soest aldaar van Cabo is aangekomen, mitsgrs. den precisen tijt van zijn vertrek of wegraking van daar, of het selve is geschied te voet, te paard of met een wagen, alleen ofte in geselschap, met of zonder behulp, welken weg uijt 't sij landwaarts in of naar de Caab, en welke menschen, 't zij knegts, slaven of andere, daar omtrent zijn geweest, ende dan vervolgens of hij seedert dien tijt daar omstreeks nergens meer is gesien of vernomen, gelijk meede of het jongetje van den voorsz Van Soest (dat althans meede absent is) bij zijn laaste vertrek van de Caab alhier nog in desselfs huijs is geweest ofte niet, ende zoo neen, wanneer ende hoedanig het is weg geraakt, en of het selve seedert op Vergeleegen of ergens anders buijten is geweest of gesien, op dat men zoo doende beter onderrigting in deesen bekomen hebbende, daarvan met meerder fondament zoo aan onse Heeren Majores als de Hooge Indische Regeering de vereijschte kennis zal kunnen gegeven werden. [16]
...
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in 't Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz. [20]
M. DE CHAVONNES.
[21]
K. J. SLOTSBOO.
JAN DE LA FONTAINE.
A. V. KERVEL.
JN. ALDERSZ.
In kennisse van mij, R. TULBAGH. E.g. clercq.
Notes.
...
[11] Cornelis van Beaumont was afkomstig van Breda, en het in 1713 uit Colombo na die Kaap gekom om Joan Blesius, wat in 1711 oorlede is, as fiskaal op te volg. In dieselfde jaar is hy ook met Blesius se dogter, Deliana, getroud. Sien C.J.2650, Testamenten, 1709-1715, pp. 334-338.
[12] Jacobus van der Heijden was die seun van Andries van der Heijden en Hester Kuijper. Hy is in 1661 in Haarlem gebore. Na die dood van sy eerste vrou, Elsje Gildenhuijs, is hy in 1703 weer getroud met Abigael Vroom, die weduwee van Heinrich Sneewind. Sy was die dogter van Jacob Vroom en Margaretha Welmans, en is in 1656 in Amsterdam gebore. Vier kinders is uit die eerste huwelik gebore. Van der Heijden het 'n leidende aandeel gehad aan die stryd teen W. A. van der Stel, en was 'n vermoënde man wat verskeie plase besit het. Hy is in 1727 oorlede. (Sien C.J.2650, Testamenten, 1709-1715, pp. 513-524; M.O.O.C. 7/4, Testamenten, 1726-1735, no. 20.)
[13] Sy is in 1713 met Isaak Scheepers getroud, en het in 1725 met Andries Schutte hertrou.
[14] schonenberg het op 20 November 1722 naby Kaap Agulhas op die rotse geloop en met sy hele lading vergaan. Die skipper, Albert van Soest, en sommige van sy offisiere is later van pligsversuim aangekla. Sien die Resolusies van die Politieke Raad, deel VI, p. 217; asook C.J.646, Proces stukken Van Soest wegens vergaan van de Schoonenberg op Agoxa, 1722, en C.J.647, Stukken in zaak Fiscaal contra Van Soest, 1723-1724.
[15] Hy was die seun van Olof Bergh en Anna de Koning, en is op 2.11.1696 aan die Kaap gebore. Hy is in 1719 getroud met Catharina Leij, die dogter van Michiel Leij en Engela van Breda. Bergh het in 1711 as soldaat by die Kompanjie in diens getree, en is in 1714 bevorder tot assistent. In 1721 het hy Nicolaas van den Heuvel opgevolg as landdros van Stellenbosch, en die volgende jaar het hy die rang van onderkoopman ontvang. (Sien C.223, Requesten en Nominatiën, 1715-1716, no. 134; C.J.2600, Testamenten en Codicillen, 1719-1721, pp. 244-248.)
[16] Die brief aan die landdros berus in C.515, Uitgaande Brieven, 1724-1725, pp. 1-3. Sy antwoord daarop kan gevind word in C.439, Inkomende Brieven, 1722-1724, pp. 805-807.
Bron
Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa. Reference code: C. 69, pp. 80-100. http://databases.tanap.net/cgh
